pagina_banner

Hoe bepaal je de lay-out van onderstationbussen

Er zijn factoren:

  1. Locaties van bussen
  2. Fasering

Locaties van bussen

Locaties van bussen

Het American National Standards Institute (ANSI) biedt een universele aanduiding voor het labelen van de zijkanten van transformatoren: ANSI-zijde 1 is de “voorkant” van de transformator: de kant van de unit waar zich de aftapklep en het naamplaatje bevinden. De andere zijden zijn aangegeven als ze met de klok mee rond de unit bewegen: tegenover de voorkant van de transformator (zijde 1), zijde 2 is de linkerkant, zijde 3 is de achterkant en zijde 4 is de rechterkant.

Soms kunnen de onderstationbussen zich aan de bovenkant van de unit bevinden, maar in dat geval worden ze langs de rand van één kant uitgelijnd (niet in het midden). Op het typeplaatje van de transformator staat een volledige beschrijving van de busindeling.

Fasering

jzp2

Zoals je kunt zien in het hierboven afgebeelde onderstation, bewegen de laagspanningsbussen van links naar rechts: X0 (de neutrale bus), X1, X2 en X3.

Als de fasering echter het tegenovergestelde zou zijn van het vorige voorbeeld, zou de lay-out omgekeerd zijn: X0, X3, X2 en X1, van links naar rechts.

De neutrale bus, hier links afgebeeld, kan ook aan de rechterkant worden geplaatst. De neutrale doorvoer kan zich ook onder de andere doorvoeren of op het deksel van de transformator bevinden, maar deze locatie komt minder vaak voor.


Posttijd: 26 augustus 2024